Peter Blok | Waar geloof je in?

Peter Blok | Waar geloof je in? (Happinez - 2008)

 

Peter Blok (47) koos - tegen de wens van zijn vader in - toch voor het acteursvak. Hij verwierf bekendheid door rollen in onder meer Pleidooi, Cloaca, Zwartboek en De geschiedenis van de familie Avenier waarvan hij nu in deel 3 en 4 speelt. “Acteren was niet eens een bewuste keuze, eerder een zoektocht en een manier om dichter bij mijn gevoel te komen.”

Waar geloof je in?
“Even voorbij gaand aan clichés als liefde en verbondenheid, geloof ik vooral in nadenken. Iets waarvan veel mensen vinden dat het lijnrecht tegenover ‘het gevoel’ zou staan. “Ik ben nu eenmaal een gevoelsmens,” zegt iemand al gauw en dat wordt dan een excuus om van alles te doen. Uitsluitend op je gevoel varen is tegenwoordig erg populair, maar werkelijk nadenken over je beslissing leidt mijns inziens toch tot een beter resultaat. Omdat mijn moeder ernstig met haar gezondheid tobde leerde ik al vroeg om met haar rekening te houden. Ik ging conflicten zoveel mogelijk uit de weg en was een makkelijk en vrolijk kind die zijn gevoelens goed wist te verbergen. Ik beweer overigens niet dat dit goed is,  want ratio en gevoel gaan juist heel goed samen heb ik inmiddels ervaren. Zonder je gevoel te integreren kan je een kwestie zomaar kapot redeneren.

Relativeren is ook zoiets. Wanneer je een situatie relativeert wordt er vaak van uitgegaan dat je iets minder erg maakt dan het is, maar doordat je het in relatie zet maak je er juist precies dat van wat het is.  Voor mij betekent relativeren vaak dat ik dingen vergroot.”

Kan je daar een voorbeeld van geven?
“Zoals laatst toen ik in Groningen moest spelen. Ik wilde die dag nog even gehaast iets kopen en toen ik wilde afrekenen bleek dat ik een tientje tekort kwam. Het was zo’n dag waarop alles mis ging. Toch werd ik plotseling aangenaam verrast door de verkoopster. “Dag komt wel een andere keer,” liet ze me vriendelijk weten en ik kon gaan. De volgende dag ben ik op een holletje naar die winkel gegaan om haar niet alleen dat tientje terug te betalen, maar ook een bos bloemen te geven. Als blijk van dank voor haar ontwapenende vertrouwen en het feit dat ze daarmee die hele rotdag in één keer had goed gemaakt. Ik merkte hoe ik haar – op mijn beurt – blij had gemaakt. En wat  is dat nu  eigenlijk, een tientje en zo’n bosje bloemen in relatie tot de wereldproblematiek? Niet iets waarvan de wereld nu echt harder gaat draaien, maar voor mij en voor haar toch een enorme opsteker!”

 

Zit het geluk wat jou betreft in kleine dingen?
“Ach geluk... Weet je, geluk zit ‘m vooral in de factor tijd. Als ik geen tijd ervaar komt het vaak omdat ik gelukkig ben. Dan zit ik – zoals dat men zo mooi noemt – in ‘hét moment’ en ben ik ook niet bewust bezig met geluk als zodanig. Je bent het gewoon en je kunt geluk daarom ook niet afdwingen. Geluk heeft voor mij in ieder geval weinig te maken met opwinding of euforie. Het is eerder verstild. Bijna tevreden al krijg ik bij dat woord altijd zo’n gevoel van: ‘Hij heeft de boot gemist, maar hij doet er niet moeilijk over.’ ‘In vrede’, dekt voor mij meer de lading. Zo voelt geluk voor mij. Het punt is dat we met z’n allen dermate gehaast zijn dat er maar weinig tijd overblijft voor het niet ervaren ervan. Ooit las ik een boek over onthaasten. De schrijver adviseerde dat je iedere dag met gesloten ogen een half uur de tijd zou moeten nemen om even stil te zitten en bewust over jezelf - en wat je allemaal aan het doen bent – na te denken. En wanneer je daar géén tijd voor had, dan zou je daar een uur voor moeten nemen! Dat vond ik zó goed. Want als je op een hele dag  geen half uurtje tijd kan nemen voor enige contemplatie dan is er toch echt wat mis? Maar ja, voor je het weet is de dag weer voorbij. De kunst is dus om het in je leven te integreren. Daarvoor moest ik eerst een crisis krijgen. Toen pas ervoer ik die noodzaak.”

Wat heeft die crisis je geleerd?
“Door ernstige rugproblemen heb ik zo’n vijfenzeventig dagen plat gelegen.  Toen kwam ik in een gebied terecht waar ik nog nooit was geweest. Ik dacht dat het nooit meer goed zou komen en werd ontzettend met mezelf geconfronteerd. Ik besefte dat ik eigenlijk geen échte passie had en dat ik dat wel eens lastig vond. Nu zie ik in dat het ook impliceert dat ik  me niet blindstaar op één ding en daar m’n geluk aan ophang. Dat ik geen oogkleppen op heb, in zekere mate flexibel ben en dat dat ook z’n voordelen heeft. Ik heb meerdere vaatjes nodig om uit te kunnen tappen om gelukkig te zijn. Mijn gezin, mijn vrienden, mijn hobbies. Het is allemaal belangrijk voor mij. De keuze voor acteren is  voortgekomen uit mijn verlangen om bij mij gevoel te kunnen komen. Daarnaast hebben liefde en betrokkenheid voor het vak in combinatie met gewoon hard werken ervoor gezorgd dat ik dit niet onverdienstelijk doe. Maar passie? Nee, ik heb geaccepteerd dat ik geen gepassioneerd persoon ben. Ik las net iets moois op internet. Het ging over de  boeddhistische vergelijking tussen je geest en een meer. Wanneer je geest vol is van hartstocht en passie zal het er woelig zijn, met prachtige golven. Wanneer er echter een steentje in het meer valt zal het niet worden opgemerkt. Minder passie, geeft rust en daardoor meer gevoeligheid voor wat er gaande is. Dat is na mijn crisis nog duidelijker geworden.”