2morrow, 2morrow!

Geluk dwing je af door hard te trainen! Net terwijl ik met mijn trouwe choco-Mini de bocht neem, krijg ik ‘um in mijn linker ooghoek: die abri met deze meedogenloze tekst van de dames en heren Nike. Ik rij er nog eens een extra rondje voor om. Wellicht heb ik me vergist. Maar nee, het staat er echt. Slik! 

Ik denk aan het bankafschrift waarop ik nét die ochtend heb gezien dat er alweer voor de achtste (!)  maand lidmaatschapsgeld aan de plaatselijke fitnessclub is betaald, terwijl ik zegge en schrijven drie keer keer ben geweest. Dat was in januari. Dé maand van hoop en schone beloftes waarin ik steevast ieder vers jaar weer denk én werkelijk geloof: ‘En nú ga ik het anders doen! Nu ga ik gewoon minimaal twee tot drie keer per week trainen.’ Nou dat was dus een heeeeele lange week, van wel zo’n acht maanden.

Ze zeggen wel dat drie keer scheepsrecht is, maar bij mij was het in dit geval scheepskrom. En ondanks dat ik soms zo verschrikkelijk moe word van mezelf, ben ik blij dat ik nu eindelijk wat begrip mag ondervinden. Want Monique Rosier, die ik voor deze Salt mocht interviewen (zie rubriek Lichaamstaal) legt mij klip en klaar uit dat alles wat je van jezelf móet, gedoemd is te mislukken. Door haar boek wordt het me ineens loepzuiver hoe wij met z’n allen toch eigenlijk vreemd bezig zijn. Nou ja, laat ik het vooral bij mezelf houden, voordat ik iemand nog onheus bejegen. In haar boek Monster & Mo schrijft ze: ‘...Met het laatste beetje kracht ga je naar de yoga en aan de dertig minuten bewegen per dag.

Je slikt de juiste vitaminepillen en de duurste druppeltjes die je maar te pakken kunt krijgen. Je vreet je scheel aan magische poeders. Je gaat naar India of in retraite. Je doet een fijne makeover, je laat je coachen, je leest honderden boeken, je stopt met suiker, je perst er nog een dieetje uit of propt er een klysma in, je gaat vasten en ontslakken. Joggend en zwetend kom je tóch weer aan, terwijl het verdomme net zo goed ging!.... Doodmoe word je van jezelf. Je verlangt uiteindelijk gewoon naar geluk en tevredenheid, naar openheid en intensiteit, naar tijdloosheid en succes.’

Joehoe! Wie hier niet íets in herkent werpe de eerste steen, maar ik ben er blij mee, met een beetje erkenning. Want ik raak er ineens steeds meer van doordrongen hoe belachelijk ik soms bezig ben en dat het me veel meer zal opleveren wanneer ik de dingen wat meer ontspannen ga doen. Gewoon wat ik leuk vind en wat goed voelt. Van dat overdreven gefitness heb ik dus mijn buik vol (ook omdat deze er nooit veel platter van geworden is). En van dat gedoe op die apparaten werd ik toch alleen maar humeurig. Daarbij was ik volgens mij niet de enige die er zo over dacht, wanneer ik die chagrijnige koppen om heen zag. Of mezelf door elkaar laten rammelen op zo’n trilplaat. Dat kán toch gewoon niet goed zijn!

Mijn fysio roept het al jaren: “Zachte paden, heuveltjes, boomstronken, zand én, niet te vergeten, frisse lucht! In de natuur vind je álles om je lijf en leden mee te trainen en je geest te ontspannen. En toen ik vorige week ook nog eens artikel van een vriendin kreeg over de voordelen van rennen  - te veel om op  te noemen voor deze column - was ik helemaal om. Nu ga ik dus voor het rennen, zo heb ik besloten. Veel gezonder en wel zo goedkoop. Maar nu blijkt mijn sportclub-lidmaatschap verplicht door te lopen tot eind december! De boeven! Tja, da’s toch zonde en nu ga ik weer twijfelen. Want wat als ik vanaf vandaag nu eens gewoon iedere dag een uurtje ga trainen? Eén uurtje op een hele dag? Dan heb ik mijn gemiddelde van 2 keer per week er voor dit hele jaar toch nog uitgehaald. En wat zal ik dan strak en fit het nieuwe jaar ingaan. Goed plan! Mórgen begin ik.